Nummer 2 - zomer 2022
VISIE

‘Ieder kind heeft recht op dezelfde mogelijkheden en perspectieven’

Ook JINC-directeur gaf een van de jonge deelnemers aan dit JINC-project een kijkje in de keuken van zijn eigen organisatie.

De plek waar je wieg heeft gestaan, het sociale milieu waar je vandaan komt, de opleiding en financiële situatie van je ouders. Het zijn slechts enkele factoren die bepalend zijn voor de kansen die je in je leven krijgt. Wat zijn de oorzaken van kansenongelijkheid onder kinderen in Nederland? En wat zijn de oplossingen? Een gesprek met Daniël Roos (oprichter en directeur van JINC) en Bernt Schneiders (directeur van VSBfonds).

Even kennismaken. Wat is JINC en welke doelen hebben jullie?
Daniël: ‘JINC streeft al 18 jaar naar een samenleving waarin je achtergrond niet je toekomst bepaalt. We bieden samen met bedrijven en scholen kinderen van 8 tot 16 jaar een bredere kijk op de wereld en hun mogelijkheden daarin. En we helpen ze op weg naar een goede start op de arbeidsmarkt. Via ons JINC-programma maken ze kennis met allerlei beroepen, ontdekken ze welk werk bij hun talenten past en leren ze solliciteren. Ieder jaar krijgen ruim 60.000 basisschool- en vmbo-leerlingen de kans om zo te groeien. We doen dat met name in wijken waar minstens de helft van de kinderen opgroeit vanuit een achterstand.’

Hoe belangrijk is het thema kansengelijkheid voor VSBfonds?
Bernt: ‘Helaas bepaalt te vaak nog je postcode hoe groot jouw venster op de wereld is en welke opleiding je zult gaat doen. Je talent ontwikkelen, kans maken op werk en een gezond en lang leven leiden is dus niet voor elk kind vanzelfsprekend. Sterker nog: de kansenongelijkheid in Nederland neemt weer toe. Daarom steunen wij initiatieven die extra inspanningen leveren om kinderen die het het hardst nodig hebben extra perspectieven te bieden. JINC is hierin een echte koploper die impact maakt.’

Hoe kan het dat die kansenongelijkheid in Nederland bestaat?
Daniël: ‘Ieder kind moet de ruimte en mogelijkheden hebben om zijn talenten te ontdekken, een beeld van de wereld te krijgen en daarin kansen voor zichzelf te zien. Voor zo’n 260.000 kinderen is dat er niet. De oorzaken liggen diep. Er zijn steeds minder gemengde buurten en scholen in met name de steden. Er ontstaan monoculturen waarin de een zich niet kan optrekken aan de ander. Kinderen moeten ook veel te vroeg levensbepalende schoolkeuzes maken. Techniek, onderwijs, kunst, ICT? Op je elfde heb je geen idee. Verder is er een lerarentekort en hebben leraren het vaak geen tijd voor de extra aandacht die sommige kinderen nodig hebben. En nog belangrijker: wat mij betreft moeten de beste leraren aan de slag gaan in wijken en op groepen waar ze het hardst nodig zijn. Maar de overheid legt de verantwoordelijkheid voor het beleid en de kwaliteit van het onderwijs volledig neer bij de schoolbesturen. Den Haag zou daarop veel meer landelijke regie moeten voeren. We moeten in Nederland willen dat een ieders talent en inspanningen beloond worden. Ongeacht komaf.’

Wat moet er gebeuren om het te veranderen?
Daniël: ‘Het is essentieel dat juist kinderen met een sociaaleconomische achterstand een goede start op de arbeidsmarkt maken. Wij stimuleren hun intrinsieke motivatie, vergroten hun sociale en culturele kapitaal en leren hen de belangrijkste basisvaardigheden. Want wat je in het leven nodig hebt, is bewustzijn van je eigen talent en het geloof dat je je kunt ontwikkelen. Ook heb je een netwerk van mensen die jouw wereld vergroten en je verder kunnen helpen nodig. Want speelt jouw leven zich alleen in en om je huis af? Worstelen je ouders met geldproblemen, werkloosheid of een scheiding? Ga je met hen nooit naar het theater of een museum? En hebben ze ook geen vrienden of kennissen die voor jou een voorbeeld kunnen zijn en je misschien wel aan je eerste baantje of stage kunnen helpen? Dan is de kans groot dat je niet aanhaakt in de maatschappij en bijvoorbeeld ook nooit ontdekt hoe je je daar moet handhaven en hoe je je in een werkomgeving moet gedragen. Wij zijn er voor kinderen die op die gebieden hulp en ondersteuning nodig hebben.’

‘We moeten in Nederland willen dat een ieders talent en inspanningen beloond worden. Ongeacht komaf.’

Hoe belangrijk zijn de activiteiten en de impact van JINC?
Bernt:
‘Organisaties als JINC zijn in Nederland onmisbaar. Ze hebben stap voor stap vergaande samenwerking met scholen en bedrijven opgebouwd, tot in elke grote stad van ons land. Dat netwerk staat als een huis. Ze werken vanuit wetenschappelijke onderbouwing, impact en continuïteit zijn verzekerd. Hun verschillende projecten vormen samen een complete leerlijn. Maar scholen kunnen daarin ook hun eigen selectie maken. Bedrijven steunen de projecten - net als wij - met geld, maar vooral door medewerkers in te zetten. Zij geven kijkjes in de keukens van hun bedrijven, laten hen nieuwe werelden ervaren. Ze steunen, prikkelen en motiveren waar mogelijk en coachen kinderen bij het maken van belangrijke keuzes over school en toekomstig beroep. Ik heb het zelf meegemaakt tijdens het project JINC Baas van Morgen. Er liep een meisje de hele dag met mij mee. Kon en mocht overal bij ons op kantoor kijken, vragen stellen, meedoen. Haar reactie na afloop: ‘Het was de mooiste dag van mijn leven, mag ik nog eens terugkomen?’. Dan besef je hoe belangrijk zoiets is.’

‘VSBfonds steunt tal van andere initiatieven én grassroots-projecten die voor kinderen een springplank zijn.’

Wat zijn de volgende ambities en stappen?
Daniël: ‘We hebben al veel bereikt, maar willen meer. We gaan de impact per kind verder uitbouwen. Nog meer doen voor de kinderen die we nu bereiken. Verder bouwen we door aan schaalgrootte, aan hechte ecosystemen waarin kansengelijkheid verder kan toenemen. Dus gaan we de samenwerking aan met gelijkgestemde partijen. Dat doen we bijvoorbeeld nu al in het Samenwerkingsverband Kansengelijkheid & Burgerschapsonderwijs (SKB), met daarin de stichtingen Move, Petje Af, Jong Ondernemen en Nederlands Debatinstituut.’

Bernt: ‘Samen zijn we het over één ding roerend eens: ieder kind in Nederland heeft recht op dezelfde perspectieven en kansen. Dus ook voor hun groeiplannen kan JINC weer op onze steun rekenen. Ze zijn een van die partijen die onze missie ‘Iedereen doet mee’ in de praktijk brengen. Bovendien zijn we echte partners van elkaar geworden die ook kennis en ervaring uitwisselen. Daarnaast steunt VSBfonds tal van andere initiatieven. Bijvoorbeeld MBO on Stage, maar ook grassroots-projecten die voor kinderen lokaal eenzelfde soort springplank zijn. Wij zijn er voor zowel grote, landelijke organisaties als kleine, lokale initiatiefnemers.’

Een JINC Baas van Morgen draaide een dag mee met VSBfonds-directeur Bernt Schneiders.

Faith (16 jaar, vmbo 4):

‘Ook als je uit het niets komt, kun je succesvol worden.’

‘Ik dacht dat het leuk was iets met recht te gaan doen. Ik kom graag voor mensen op en hou van discussiëren. Nu ik Baas van de Dag ben geweest bij advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, weet ik zeker dat ik die kant op wil. En dus doe ik nu beter mijn best op school. Ik nam school nooit serieus, nu gaat het me makkelijk af. Ik ben gemotiveerd om van het vmbo naar de havo over te stappen en daarna verder te studeren. Ik had dat als vmbo-er nooit verwacht. Als baas bij Kennedy Van der Laan leidde ik eerst een call met partners. Van tevoren was dat eng, ik niet gewend om zo met volwassenen om te gaan. Het ging goed. Ik moest op de tijd letten, daardoor kon ik niet iedereen heel lang laten praten. Dat gevoel van controle hebben, van leiding geven, dat was fijn. Daarna had ik een bijeenkomst waarbij Joost en ik met collega’s van kantoor over onze persoonlijke achtergronden praatten. Dat heeft me geraakt. Iedereen kent tegenslag, iedereen komt ergens vandaan. Ook als je uit het niets komt, kun je succesvol zijn.’

Lees hier de ervaringen van jongeren die via JINC een Bliksemstage en sollicitatietraining deden.